Kenmerkend aspect: De crisis van het wereldkapitalisme.
Elf jaar na de Eerste Wereldoorlog in 1929 begon een economische wereldcrisis die pas met de Tweede Wereldoorlog echt werd overwonnen. De klap kwam nog harder omdat ze dachten dat armoede en gebrek voorgoed verdwenen, vooral in de VS. Het optimisme kwam omdat er al jaren geen crisis was en in de roaring twenties de welvaart in de westerse wereld toenam. Amerika had de sterkste economi en Europa liep ver achter door de oorlog. Toen Europa herstelde kwam de welvaart in zicht n groeide de Nederlandse economie. Op Zwarte Donderdag stortte de aandelenkoersen op d New Yorkse effectenbeurs in en bleven de beurskoersen dalen. Amerikaanse banken gingen failliet doordat ze veel te makkelijk geld hadden verstrekt. Landbouw en industrie hadden overproductie waardoor de prijzen instortten. Overal was armoede en werkloosheid. Nu werd duidelijk hoe alles met alles samenhing in de wereldeconomie. De VS was het centrum van waaruit d crisis zich over de hele wereld verspreidde. In koloniën daalden ook de prijzen flink en moederlanden gingen hun eigen ondernemers beschermen, ten koste van hun koloniën.
De regeringen hoopten dat de crisis over zou gaan door vrijhandel, staatsonthouding en de gouden standaard: de vaste koppeling van het geld aan het goud wat makkelijk was voor het internationale handelsverkeer. Maar het werd alleen maar erger. Er kwamen maatregelen die volgens liberalen herstel in de weg stonden. Overheden kochten voedsel van noodlijdende boeren, verstrekten uitkeringen en beschermden met hoge importtarieven de eigen economie. Landen stapten van de gouden standaard af om door waardevermindering van de eigen munt (devaluatie) de eigen producten in het buitenland goedkoper te maken. Er kwam pas herstel toen Roosevelt in 1933 ingreep met new deal in de economie. Toch bleef er veel werkloosheid en kwam het herstel soms veel later. Nederland had het dieptepunt pas in 1935/36 bereikt. De Sovjet-Unie was het enige land zonder werkloosheid en had een enorm groeiende economie. Hierdoor leek het alsof het kapitalisme failliet was. Door de langdurige crisis met zijn traumatische werkloosheid greep de overheid in op de economie na de oorlog met een uitgebreid stelsel van sociale zekerheid.
Elf jaar na de Eerste Wereldoorlog in 1929 begon een economische wereldcrisis die pas met de Tweede Wereldoorlog echt werd overwonnen. De klap kwam nog harder omdat ze dachten dat armoede en gebrek voorgoed verdwenen, vooral in de VS. Het optimisme kwam omdat er al jaren geen crisis was en in de roaring twenties de welvaart in de westerse wereld toenam. Amerika had de sterkste economi en Europa liep ver achter door de oorlog. Toen Europa herstelde kwam de welvaart in zicht n groeide de Nederlandse economie. Op Zwarte Donderdag stortte de aandelenkoersen op d New Yorkse effectenbeurs in en bleven de beurskoersen dalen. Amerikaanse banken gingen failliet doordat ze veel te makkelijk geld hadden verstrekt. Landbouw en industrie hadden overproductie waardoor de prijzen instortten. Overal was armoede en werkloosheid. Nu werd duidelijk hoe alles met alles samenhing in de wereldeconomie. De VS was het centrum van waaruit d crisis zich over de hele wereld verspreidde. In koloniën daalden ook de prijzen flink en moederlanden gingen hun eigen ondernemers beschermen, ten koste van hun koloniën.
De regeringen hoopten dat de crisis over zou gaan door vrijhandel, staatsonthouding en de gouden standaard: de vaste koppeling van het geld aan het goud wat makkelijk was voor het internationale handelsverkeer. Maar het werd alleen maar erger. Er kwamen maatregelen die volgens liberalen herstel in de weg stonden. Overheden kochten voedsel van noodlijdende boeren, verstrekten uitkeringen en beschermden met hoge importtarieven de eigen economie. Landen stapten van de gouden standaard af om door waardevermindering van de eigen munt (devaluatie) de eigen producten in het buitenland goedkoper te maken. Er kwam pas herstel toen Roosevelt in 1933 ingreep met new deal in de economie. Toch bleef er veel werkloosheid en kwam het herstel soms veel later. Nederland had het dieptepunt pas in 1935/36 bereikt. De Sovjet-Unie was het enige land zonder werkloosheid en had een enorm groeiende economie. Hierdoor leek het alsof het kapitalisme failliet was. Door de langdurige crisis met zijn traumatische werkloosheid greep de overheid in op de economie na de oorlog met een uitgebreid stelsel van sociale zekerheid.